In een reactie op mijn vorige artikel vroeg ene Leo wèlke boeken van Boudewijn Büch ik onlangs heb gelezen. Nou Leo, dat waren de volgende: "De kleine blonde dood", "Het dolhuis", "De rekening" en "Links!" Ooit heb ik ook nog "De blauwe salon", "Eilanden" en "Rock & Roll" gelezen. Wat ik van zijn boeken vind? Ik moet zeggen dat ik hem vooral lees vanwege de persoon die hij was. Ik ken hem nog van de TV uit de tijd dat hij zijn eigen boeken- en later reisprogramma had. Zijn enthousiasme werkte aanstekelijk en daarom mocht ik hem graag. Zijn onverwachte dood kwam voor mij dan ook als een schok. Was hij de beste Nederlandse schrijver ooit? Nee, dat niet, maar slecht schreef hij ook niet. Verschillende thema's keren terug in zijn werk: het internaat (dolhuis of gekkenhuis) in Brabant, de strenge Joodse vader die nog de oorlog in z'n kop heeft, de moeder die (bijna) alles goed vindt, de dood van zijn zoontje, drugs en rock 'n roll. Na Büchs dood in 2002 werd naar buiten gebracht dat hij een groot fantast was en dat vooral dat van die jonggestorven zoon fictie was. Maar, romans zijn toch fictie, al of niet op autobiografische grondslag? Goed, hij heeft dus hoogstwaarschijnlijk meer fantasie gebruikt dan de meeste andere schrijvers, maar dat doet niets af aan zijn boeken. Ik had ze zo uit en werd vooral door "Het dolhuis" diep geroerd. Zijn boeken "Eilanden" en "Rock & Roll" vormen een uitzondering. Het zijn ten eerste geen romans en ten tweede vertonen zij hetzelfde euvel als sommige boeken van Maarten 't Hart (eveneens door mij zeer bewonderd). Dat wil zeggen, veel te veel details. Leuk voor de schrijver, maar saai voor de lezer die niet deze bovenmatige bewondering of verwondering met hem deelt.
Al met al had ik hem een langer leven gegund. Hij was veel bezig met de dood en met het onderwerp zelfdoding. Toch denk ik dat hij op zijn manier genoot van het leven, door zijn enthousiasme voor van alles en nog wat met ons te delen. Ik zie hem nog voor me bij Barend en Van Dorp, waar hij met handschoenen aan zeldzame boeken toonde aan de gasten en aan de kijkers. Tijdens het televisieseizoen van dat programma stierf hij, veel te jong. Hij had nog veel mooie boeken kunnen schrijven.
En wat Herman Brusselmans betreft, beste Leo, ik hou gewoon veel van Vlaamse schrijvers, zoals Willem Elsschot, Ward Ruyslinck, Paul de Wispelaere en Hubert Lampo (Hugo Claus wat minder). De boeken van Brusselmans blinken uit in vaak cynische humor en absurde situaties. En toch moet ik om hem lachen. Hij is een aantal keren te gast geweest bij Paul en Witteman en ook daar ik vond hem erg leuk.
Wat P&W betreft, die komen pas in september terug op de buis. We moeten het voorlopig weer even doen met het span Knevel en Van den Brink. De opzet vind ik iets minder, maar de presentatoren doen het niet slecht en het hangt natuurlijk veel af van de gasten. Die maken of breken toch het programma.